Cantata BWV 60
O Ewigkeit, du Donnerwort [II]
Nederlandse vertaling [Dutch Translation]
Cantate BWV 60 - O eeuwigheid, woord als een donderslag

Gebeurtenis: 24e Zondag na Trinitatis
Dialoog: Vrees (Alt), Hoop (Tenor), Christus (Bas)

Originele Duitse tekst [Original German Text]

Nederlandse vertaling [Dutch Translation]

1. Aria T e Choral A

1. Aria (A, T)

Corno, Oboe d'amore I/II, Violino I/II, Viola, Continuo

Alt:
O Ewigkeit, du Donnerwort,
O Schwert, das durch die Seele bohrt,
O Anfang sonder Ende!
O Ewigkeit, Zeit ohne Zeit,
Ich weiß vor großer Traurigkeit
Nicht, wo ich mich hinwende
Mein ganz erschrocknes Herze bebt
Dass mir die Zung am Gaumen klebt.

A:
O eeuwigheid, woord als een donderslag,
o zwaard dat de ziel doorboort,
o begin zonder einde!
O eeuwigheid, tijd zonder tijd,
ik weet van groot verdriet,
niet waarheen ik mij moet wenden;
mijn totaal verschrikte hart beeft zo
dat mijn tong aan mijn verhemelte kleeft.

Tenor:
Herr, ich warte auf dein Heil.

T:
Heer, ik wacht op uw heil.

2. Recitativo A T

2. Recitatief (A, T)

Continuo

Alt:
O schwerer Gang zum letzten Kampf und Streite!

A:
O zware gang naar de laatste strijd!

Tenor:
Mein Beistand ist schon da,
Mein Heiland steht mir ja
Mit Trost zur Seite.

T:
Mijn bijstand is er al,
mijn Heiland staat mij immers
met troost terzijde.

Alt:
Die Todesangst, der letzte Schmerz
Ereilt und überfällt mein Herz
Und martert diese Glieder.

A:
De doodsangst, de laatste pijn
verrast en overvalt mijn hart
en pijnigt mijn ledematen.

Tenor:
Ich lege diesen Leib vor Gott zum Opfer nieder.
Ist gleich der Trübsal Feuer heiß,
Genung, es reinigt mich zu Gottes Preis.

T:
Ik leg dit lichaam voor God als een offer neer.
Al is het vuur van de ellende verzengend,
genoeg, het reinigt mij tot eer van God.

Alt:
Doch nun wird sich der Sünden große Schuld vor mein Gesichte stellen.

A:
Maar nu zal ik oog in oog staan met de grote schuld van mijn zonden.

Tenor:
Gott wird deswegen doch kein Todesurteil fällen.
Er gibt ein Ende den Versuchungsplagen,
Dass man sie kann ertragen.

T:
Toch zal God daarom geen doodvonnis vellen.
Hij stelt een limiet aan de plagen van de verzoeking
zodat ze te dragen zijn.

3. Aria (Duetto) A T

3. Aria / Duet (A ,T)

Oboe d'amore, Violino solo, Continuo

Alt:
Mein letztes Lager will mich schrecken,

A:
Mijn laatste rustplaats jaagt mij angst aan

Tenor:
Mich wird des Heilands Hand bedecken,

T:
De hand van de Heiland zal mij bedekken,

Alt:
Des Glaubens Schwachheit sinket fast,

A:
het zwakke geloof daalt bijna tot nul,

Tenor:
Mein Jesus trägt mit mir die Last.

T:
mijn Jezus draagt met mij de las

Alt:
Das offne Grab sieht greulich aus,

A:
het open graf ziet er gruwelijk uit

Tenor:
Es wird mir doch ein Friedenshaus.

T:
Toch wordt het voor mij een huis van vrede.

4. Recitativo A e Arioso B

4. Recitatief (A, B)

Continuo

Alt:
Der Tod bleibt doch der menschlichen Natur verhasst
Und reißet fast
Die Hoffnung ganz zu Boden.

A:
De dood blijft
gehaat voor de menselijke aard
en slaat bijna alle hoop de bodem in.

Bass:
Selig sind die Toten;

B:
Zalig zijn de doden;

Alt:
Ach! aber ach, wieviel Gefahr
Stellt sich der Seele dar,
Den Sterbeweg zu gehen!
Vielleicht wird ihr der Höllenrachen
Den Tod erschrecklich machen,
Wenn er sie zu verschlingen sucht;
Vielleicht ist sie bereits verflucht
Zum ewigen Verderben.

A:
Ach, ach, hoeveel gevaar
doemt er niet op voor de ziel
op de weg van het sterven!
Misschien zal de hellemuil
de dood voor haar angstaanjagend maken
|wanneer hij haar probeert te verslinden;
misschien is zij al gedoemd
tot de eeuwige ondergang

Bass:
Selig sind die Toten,
die in dem Herren sterben;

B:
Zalig zijn de doden
die in de Heer sterven;

Alt:
Wenn ich im Herren sterbe,
Ist denn die Seligkeit mein Teil und Erbe?
Der Leib wird ja der Würmer Speise!
Ja, werden meine Glieder
Zu Staub und Erde wieder,
Da ich ein Kind des Todes heiße,
So schein ich ja im Grabe an verderben.

A:
Als ik in de Heer sterf
is dan de zaligheid mijn deel?
Het lichaam valt ten prooi aan de wormen!
Ja mijn ledematen keren
terug tot stof en aarde;
omdat ik een kind des doods heet
schijn ik in het graf te gronde te gaan.

Bass:
Selig sind die Toten, die in dem Herren sterben, von nun an.

B:
Zalig zijn de doden die in de Heer sterven, van nu af.

Alt:
Wohlan!
Soll ich von nun an selig sein:
So stelle dich, o Hoffnung, wieder ein!
Mein Leib mag ohne Furcht im Schlafe ruhn,
Der Geist kann einen Blick in jene Freude tun.

A:
Welaan!
Wil ik van nu aan zalig zijn,
kom dan, o hoop, opnieuw in mij wonen!
Mijn lichaam mag zonder vrees rusten in de slaap,
de geest kan uitzien naar die vreugde.

5. Choral

5. Coral [S, C. T, B]

Corno e Oboe d'amore I e Violino I col Soprano, Oboe d'amore II e Violino II coll'Alto, Viola col Tenore, Continuo

Es ist genug;
Herr, wenn es dir gefällt,
So spanne mich doch aus!
Mein Jesu kömmt;
Nun gute Nacht, o Welt!
Ich fahr ins Himmelshaus,
Ich fahre sicher hin mit Frieden,
Mein großer Jammer bleibt danieden.
Es ist genug.

Het is genoeg;
Heer, als het u behaagt,
geef mij dan rust!
Mijn Jezus komt;
goede nacht dus, o wereld!
Ik ga naar mijn hemels huis,
ik ga zeker heen in vrede,
Mijn grote ellende blijft hier beneden.
Het is genoeg.

Nederlandse vertaling: Leo de Leeuw

Contributed by Eduard van Hengel (August 2019)