Cantata BWV 211
Schweigt stille, plaudert nicht [Kaffeekantate]
Nederlandse vertaling [Dutch Translation]
Cantate BWV 211 - Zwijg nu, klets niet meer [Koffie cantate] |
Gebeurtenis: onbekend
Tekens: Liesgen (S), Verteller (T), Schlendrian (B) |
Originele Duitse tekst [Original German Text] |
Nederlandse vertaling [Dutch Translation] |
1. Recitative T |
1. Recitatief (T) |
Continuo |
Erzähler:
Schweigt stille, plaudert nicht
Und hoeret, was itzund geschicht:
Da koemmt Herr Schlendrian
Mit seiner Tochter Liesgen her,
Er brummt ja wie ein Zeidelbaer;
Hoert selber, was sie ihm getan! |
Verteller:
Zwijg nu, klets niet meer
En luister wat er nou gebeurt:
Daar komt meneer Treuzel aan
Met zijn dochter Liesje,
Hij bromt als een honingbeer;
Luister zelf naar wat ze hem heeft aangedaan! |
|
2. Aria B |
2. Aria (B) |
Violino I/II, Viola, Continuo |
Liesgen:
Hat man nicht mit seinen Kindern
Hunderttausend Hudelei!
Was ich immer alle Tage
Meiner Tochter Liesgen sage,
Gehet ohne Frucht vorbei. |
Liesgen:
Heb je met je kinderen
Niet honderdduizend problemen!
Wat ik ook dagelijks zeg
Tegen mijn dochter Liesje,
Het glijdt van haar af. |
|
3. Recitativo B, S |
3. Recitatief (S, B) |
Continuo |
Schlendrian:
Du boeses Kind, du loses Maedchen,
Ach! wenn erlang ich meinen Zweck:
Tu mir den Coffee weg! |
Schlendrian:
Ondeugend kind, ongehoorzaam meisje,
Ach, wanneer zal ik mijn doel bereiken:
Weg met die koffie! |
Liesgen:
Herr Vater, seid doch nicht so scharf!
Wenn ich des Tages nicht dreimal
Mein Schaelchen Coffee trinken darf,
So werd ich ja zu meiner Qual
Wie ein verdorrtes Ziegenbraetchen. |
Liesgen:
Vader, doe toch niet zo streng!
Als ik niet driemaal daags
Mijn kopje koffie mag drinken,
Dan verander ik tot mijn verdriet
In een verdord stukje geitenvlees. |
|
4. Aria S |
4. Aria (S) |
Flauto traverso, Continuo |
Schlendrian:
Ei! wie schmeckt der Coffee suesse,
Lieblicher als tausend Kuesse,
Milder als Muskatenwein.
Coffee, Coffee muss ich haben,
Und wenn jemand mich will laben,
Ach, so schenkt mir Coffee ein! |
Schlendrian:
O, wat smaakt die koffie heerlijk,
Lekkerder dan duizend kussen,
Zachter dan muskaatwijn.
Koffie, koffie moet ik hebben,
En als iemand mij wil verkwikken,
Schenk mij dan koffie in! |
|
5. Recitativo B, S |
5. Recitatief (S, B) |
Continuo |
Schlendrian:
Wenn du mir nicht den Coffee laesst,
So sollst du auf kein Hochzeitfest,
Auch nicht spazierengehn. |
Schlendrian:
Als je de koffie niet laat staan,
Laat ik je nooit meer
Naar een bruiloftsfeest gaan. |
Liesgen:
Ach ja!
Nur lasset mir den Coffee da! |
Liesgen:
Nou ja!
Als ik maar koffie krijg! |
Schlendrian:
Da hab ich nun den kleinen Affen!
Ich will dir keinen Fischbeinrock nach itzger Weite schaffen. |
Schlendrian:
Wat ben je toch een deugniet!
Ik koop geen wijde baleinen rok voor je Naar de laatste mode. |
Liesgen:
Ich kann mich leicht darzu verstehn. |
Liesgen:
Daar zit ik niet mee. |
Schlendrian:
Du sollst nicht an das Fenster treten
Und keinen sehn voruebergehn! |
Schlendrian:
Je blijft van het raam weg,
Zodat je niemand langs ziet komen! |
Liesgen:
Auch dieses; doch seid nur gebeten
Und lasset mir den Coffee stehn! |
Liesgen:
Ook daar zit ik niet mee. Ik heb maar één vraag:
Laat mij mijn koffie houden! |
Schlendrian:
Du sollst auch nicht von meiner Hand
Ein silbern oder goldnes Band
Auf deine Haube kriegen! |
Schlendrian:
Ook krijg je van mij geen
Zilveren of gouden lint
Om je kapje! |
Liesgen:
Ja, ja! nur lasst mir mein Vergnuegen! |
Liesgen:
Mij best, als ik mijn pleziertje maar houd! |
Schlendrian:
Du loses Liesgen du,
So gibst du mir denn alles zu? |
Schlendrian:
Ongehoorzame Liesje,
Het maakt je allemaal niets uit? |
|
6. Aria B |
6. Aria (B) |
Continuo |
Liesgen:
Maedchen, die von harten Sinnen,
Sind nicht leichte zu gewinnen.
Doch trifft man den rechten Ort,
O! so koemmt man gluecklich fort. |
Liesgen:
Meisjes die koppig zijn
Kun je niet gemakkelijk overtuigen.
Maar als je hen op de juiste plaats treft,
Dan kom je wel waar je wezen wilt. |
|
7. Recitativo B, S |
7. Recitatief (S, B) |
Continuo |
Schlendrian:
Nun folge, was dein Vater spricht! |
Schlendrian:
Doe nu wat je vader zegt! |
Liesgen:
In allem, nur den Coffee nicht. |
Liesgen:
Dat wil ik in alles doen, maar niet wat de koffie betreft. |
Schlendrian:
Wohlan! so musst du dich bequemen,
Auch niemals einen Mann zu nehmen. |
Schlendrian:
Goed dan, maar dan moet je je er nu ook
bij neerleggen dat je nooit een man zult krijgen. |
Liesgen:
Ach ja! Herr Vater, einen Mann! |
Liesgen:
O vader, ik wil wel een man hoor! |
Schlendrian:
Ich schwoere, dass es nicht geschicht. |
Schlendrian:
Ik verzeker je dat dat niet gaat gebeuren. |
Liesgen:
Bis ich den Coffee lassen kann?
Nun! Coffee, bleib nur immer liegen!
Herr Vater, hoert, ich trinke keinen nicht. |
Liesgen:
Tenzij ik de koffie kan laten staan?
Nou, koffie, blijf dan maar liggen!
Luister, vader, ik drink geen koffie meer. |
Schlendrian:
So sollst du endlich einen kriegen! |
Schlendrian:
Dan krijg je eindelijk een man! |
|
8. Aria S |
8. Aria (S) |
Violino I/II, Viola, Cembalo, Continuo |
Schlendrian:
Heute noch,
Lieber Vater, tut es doch!
Ach, ein Mann!
Wahrlich, dieser steht mir an!
Wenn es sich doch balde fuegte,
Dass ich endlich vor Coffee,
Eh ich noch zu Bette geh,
Einen wackern Liebsten kriegte! |
Schlendrian:
Vandaag nog,
Lieve vader, doe het toch!
Ach, een man!
Werkelijk, die past mij!
Als het toch eens snel zou gebeuren
Dat ik eindelijk in ruil voor koffie
Nog voordat ik naar bed ga,
Een flinke geliefde kreeg! |
|
9. Recitativo T |
9. Recitatief (T) |
Continuo |
Erzähler:
Nun geht und sucht der alte Schlendrian,
Wie er vor seine Tochter Liesgen
Bald einen Mann verschaffen kann;
Doch, Liesgen streuet heimlich aus:
Kein Freier komm mir in das Haus,
Er hab es mir denn selbst versprochen
Und rueck es auch der Ehestiftung ein,
Dass mir erlaubet moege sein,
Den Coffee, wenn ich will, zu kochen. |
Verteller:
Nu gaat de oude Treuzel op zoek:
Hij wil zijn dochter Liesje
Zo snel mogelijk aan een man helpen.
Maar Liesje vertelt stiekem rond:
Er komt geen vrijer mijn huis in
Die mij niet persoonlijk heeft beloofd
En het in de huwelijksacte opneemt
Dat het mij is toegestaan
Koffie te zetten wanneer ik maar wil. |
|
10. Coro (Terzetto) (B, S, T |
10. Koor / Terzet (S, T, B) |
Flauto traverso, Violino I/II, Viola, Continuo |
Tutti:
Die Katze laesst das Mausen nicht,
Die Jungfern bleiben Coffeeschwestern.
Die Mutter liebt den Coffeebrauch,
Die Grossmama trank solchen auch,
Wer will nun auf die Toechter laestern! |
Alle:
Een kat wil nu eenmaal blijven muizen,
Vrouwen zullen altijd koffiezusters zijn.
De moeder houdt van koffie,
De grootmoeder dronk het al,
Wie zou het nu de dochters kwalijk kunnen nemen! |
|
|
Nederlandse vertaling: Ria van Hengel |
Contributed by Eduard van Hengel (August 2019) |