Cantata BWV 55
Ich armer Mensch, ich Sündenknecht
Nederlandse vertaling [Dutch Translation]
Cantate BWV 55 - Ik armzalig mens, ik knecht van de zonde |
Gebeurtenis: 22e Zondag na Trinitatis |
Originele Duitse tekst [Original German Text] |
Nederlandse vertaling [Dutch Translation] |
1. Aria T |
1. Aria (T) |
Flauto traverso, Oboe d'amore, Violino I/II, Continuo |
Ich armer Mensch, ich Sündenknecht,
Ich geh vor Gottes Angesichte
Mit Furcht und Zittern zum Gerichte.
Er ist gerecht, ich ungerecht.
Ich armer Mensch, ich Sündenknecht! |
Ik armzalig mens, ik knecht van de zonde,
voor Gods aangezicht ga ik
met angst en beven naar het gericht.
Hij is rechtvaardig, ik ben onrechtvaardig,
ik armzalig mens, ik knecht van de zonde! |
|
2. Recitativo T |
2. Recitatief (T) |
Continuo |
Ich habe wider Gott gehandelt
Und bin demselben Pfad,
Den er mir vorgeschrieben hat,
Nicht nachgewandelt.
Wohin? soll ich der Morgenröte Flügel
Zu meiner Flucht erkiesen,
Die mich zum letzten Meere wiesen,
So wird mich doch die Hand des Allerhöchsten finden
Und mir die Sündenrute binden.
Ach ja!
Wenn gleich die Höll ein Bette
Vor mich und meine Sünden hätte,
So wäre doch der Grimm des Höchsten da.
Die Erde schützt mich nicht,
Sie droht mich Scheusal zu verschlingen;
Und will ich mich zum Himmel schwingen,
Da wohnet Gott, der mir das Urteil spricht. |
Ik heb in strijd met Gods wil gehandeld
en heb het pad
dat hij mij heeft voorgeschreven
niet gevolgd. Waar moet ik heen?
Zelfs als ik de vleugels van het morgenrood
zou kiezen om daarmee te vluchten
naar het uiteinde van de zee,
zal de hand van de Allerhoogste mij toch vinden
en mij mijn zonden betaald zetten.
Ach ja!
zelfs als de hel een bed voor mij
en mijn zonden had, zou daar toch
de gramschap van de Allerhoogste zijn.
De aarde beschermt mij niet,
ze dreigt mij, monster, te verslinden;
en als ik naar de hemel wil zweven,
dan woont God daar, die het vonnis over mij uitspreekt. |
|
3. Aria T |
3. Aria (T) |
Flauto traverso, Continuo |
Erbarme dich!
Laß die Tränen dich erweichen,
Laß sie dir zu Herzen reichen;
Laß um Jesu Christi willen
Deinen Zorn des Eifers stillen!
Erbarme dich! |
Ontferm u,
laat mijn tranen u vermurwen
laat ze uw hart bereiken,
matig ter wille van Jezus Christus
uw naijverige toorn,
ontferm u! |
|
4. Recitativo T |
4. Recitatief (T) |
Violino I/II, Viola, Continuo |
Erbarme dich!
Jedoch nun
Tröst ich mich,
Ich will nicht für Gerichte stehen
Und lieber vor dem Gnadenthron
Zu meinem frommen Vater gehen.
Ich halt ihm seinen Sohn,
Sein Leiden, sein Erlösen für,
Wie er für meine Schuld
Bezahlet und genug getan,
Und bitt ihn um Geduld,
Hinfüro will ich's nicht mehr tun.
So nimmt mich Gott zu Gnaden wieder an. |
Ontferm u!
Maar nu
troost ik mij,
ik wil niet voor het gericht staan
en liever naar de genadetroon
van mijn vrome vader gaan.
Ik houd hem zijn zoon voor,
diens lijden, diens verlossingswerk,
dat hij voor mijn schuld
heeft betaald en genoegdoening* heeft gegeven,
en ik vraag hem om geduld,
voortaan zal ik het niet meer doen.
Dan neemt God mij weer genadig aan. |
|
5. Choral |
5. Koraal |
Flauto traverso e Oboe e Violino I col Soprano, Violino II coll'Alto, Viola col Tenore, Continuo |
Bin ich gleich von dir gewichen,
Stell ich mich doch wieder ein;
Hat uns doch dein Sohn verglichen
Durch sein Angst und Todespein.
Ich verleugne nicht die Schuld,
Aber deine Gnad und Huld
Ist viel größer als die Sünde,
Die ich stets bei mir befinde. |
Al ben ik van u afgedwaald,
ik kom weer bij u terug;
uw zoon heeft ons immers verzoend
met zijn angst en zijn doodspijn.
Ik loochen mijn schuld niet,
maar uw genade en gunst
zijn veel groter dan de zonde
die ik voortdurend bij mezelf aantref. |
|
|
Nederlandse vertaling: Ria van Hengel |
Contributed by Eduard van Hengel (August 2019) |